PNG vs. JPG

Hoewel GIF's af en toe nog gebruikt worden wanneer een animatie nodig is, zijn bijna alle afbeeldingen op het web tegenwoordig in JPG of PNG formaat. Deze twee formaten vertegenwoordigen beide het beste in kwaliteit en grootte, waardoor ze perfect zijn voor webafbeeldingen. Natuurlijk is het gebruik ervan niet beperkt tot het web. Het zijn geweldige all-round formaten voor een verscheidenheid aan gebruiksscenario's. In deze post nemen we een diepe duik in de twee formaten en geven we je de tools die je nodig hebt om te beslissen wanneer je PNG vs. JPG gebruikt door de sterke en zwakke punten van elk formaat uit te leggen.

Disclaimer: We gebruiken affiliate links naar de producten die op deze pagina genoemd worden. Wanneer je op een affiliate link klikt en een aankoop doet, ontvangen wij commissie. Als u ons portaal wilt steunen, kunt u de links gebruiken. Anders kunt u de aanbevolen producten vinden via een zoekmachine.

Om het verschil tussen JPEG en PNG te begrijpen, moeten we eerst het verschil begrijpen tussen verliesgevende en verliesloze compressie. Op enkele uitzonderingen na zijn alle beeldformaten op de een of andere manier gecomprimeerd. Een ongecomprimeerde afbeelding kan tot 32 bits per pixel bevatten. Nu afbeeldingen miljoenen pixels tellen, kan de bestandsgrootte snel enorm oplopen. Vooral voor webgebruik is het belangrijk dat deze afbeeldingen geen enorme hoeveelheden bandbreedte opslokken en er een eeuwigheid over doen om te laden wanneer een klant een site bezoekt. Kleinere bestanden voorkomen natuurlijk ook dat onze harde schijven te snel vol raken.

Er zijn twee manieren om een bestand te comprimeren. Lossy en Lossless. Deze twee methoden vormen de kern van het verschil tussen PNG en JPEG. Lossless beeldcompressie verkleint het bestand zonder kwaliteitsverlies. Dit betekent dat er minder compressie kan plaatsvinden, maar dat het voor de eindgebruiker onmerkbaar is. Als we de beeldgrootte nog verder willen terugbrengen, moeten we lossy beeldcompressie gebruiken. Een algoritme voor beeldcompressie met verlies verliest, zoals de naam al aangeeft, een deel van de beeldgegevens tijdens het compressieproces. Door op intelligente wijze een deel van de gegevens weg te gooien, kan de beeldgrootte veel verder worden teruggebracht dan met een verliesvrij compressieformaat mogelijk is.

U hebt nu waarschijnlijk al geraden dat één van deze formaten lossy en één lossless is. Nu je de twee belangrijkste soorten compressie begrijpt, laten we eens kijken hoe dit zich verhoudt tot de keuze tussen PNG of JPG de volgende keer dat je een afbeelding moet opslaan.

JPEG, het oudste van de formaten, is een lossy formaat. Het werd voor het eerst geïntroduceerd in 1992 en vindt zijn oorsprong in methoden die helemaal teruggaan tot 1973. Het maakt gebruik van de kennis dat onze hersenen bepaalde hoogfrequente informatie weglaten en verwijdert die informatie op intelligente wijze uit het beeld. Natuurlijk kan een JPEG-bestand ervoor kiezen om meer informatie te verwijderen dan onze hersenen zouden doen om de grootte van het bestand verder te beperken. Het is ook lang niet zo intelligent als onze hersenen om te beslissen welke informatie veilig kan worden weggegooid.

Omdat JPEG werkt door informatie met een hoge frequentie, zoals snelle kleurverschuivingen en veranderingen in gradatie, weg te gooien, werkt het niet zo goed voor beelden die meer uit vaste kleuren bestaan dan uit snel veranderende kleuren. In die gevallen wordt nog steeds informatie weggegooid, maar onze hersenen negeren niet langer dat er informatie weg is. Het resultaat is dat de compressieartefacten goed zichtbaar zijn en dat de beeldkwaliteit er niet zo goed uitziet als bij een beeld met meer fijne details.

Het JPEG-formaat maakt in theorie wel een verliesvrij formaat mogelijk, maar de meeste software ondersteunt die optie niet. Met het lossy formaat kan de gebruiker ook de hoeveelheid compressie die hij wil toepassen aanpassen, zodat hij de compressie kan aanpassen aan de specifieke afbeelding die wordt gebruikt, maar er zal altijd enige compressie worden toegepast.

PNG verscheen voor het eerst in 1996 en was bedoeld als vervanging van het GIF-formaat. GIF werd gehinderd door octrooiproblemen en ondersteunde slechts 256 kleuren per keer. Aangezien beeldschermen in die tijd miljoenen kleuren ondersteunden, volstond GIF niet langer vanuit het oogpunt van kwaliteit. JPEG bestond toen al voor de hogere kleurenbehoeften, maar leed onder verliesgevende compressie, waardoor het ongeschikt was voor vele soorten afbeeldingen.

Aangezien JPEG het lossy formaat is in onze JPEG of PNG showdown, is het logisch dat PNG het lossless formaat is. Er zijn verschillende verliesloze compressiefilters die PNG kan gebruiken. Het ondersteunt ook verschillende soorten afbeeldingen. Die afbeeldingstypen zijn:

• Grijswaarden - Een eenvoudige zwart-wit afbeelding.

• Geïndexeerd - Een afbeelding die bestaat uit indexen in een kleurenpalet dat beperkt is tot 256 kleuren.

• RGB - Een afbeelding die bestaat uit miljoenen mogelijke kleuren.

In tegenstelling tot JPEG-bestanden staat PNG transparantie in de afbeelding toe door het opslaan van een zogenaamd alphakanaal. Alle drie de door het PNG-formaat ondersteunde afbeeldingstypen kunnen transparantie bevatten. De invoering van PNG ten opzichte van GIF werd vertraagd, deels doordat de Internet Explorer webbrowser tot versie 9.0 een gebrekkige implementatie van het formaat had. Nu zul je een GIF echter alleen nog maar tegenkomen als de animatiefunctie ervan, die niet wordt ondersteund door het basis PNG-formaat, nodig is.

Dus, hoe beslis je tussen JPG vs. PNG voor je project? Het antwoord hangt af van je behoeften. Omdat fotografie bijna altijd te maken heeft met hoogfrequente afbeeldingen, gevuld met de soorten gradiënten en fijne details die echte objecten hebben, en waar de eigen filtermethoden van onze hersenen voor zijn geëvolueerd, is JPEG de meest gebruikelijke keuze voor foto's.

Er zijn natuurlijk uitzonderingen op die regel. Een probleem met lossy compressie is dat als u het bestand opent en vervolgens weer opslaat in een lossy formaat, u zojuist uw verlies heeft verdubbeld. Dit betekent dat lossy bestandsformaten verslechteren telkens wanneer u ze opent en vervolgens opslaat. Houd er rekening mee dat meerdere keren opslaan van hetzelfde geopende bestand dit niet veroorzaakt. Het is de handeling van het opslaan en opnieuw openen die het extra verlies veroorzaakt. Als u van plan bent meerdere bewerkingen van hetzelfde bestand uit te voeren, houd hier dan rekening mee.

Als uw afbeelding een tekening is, met veel ruimtes met effen kleuren, of zelfs een foto met een behoorlijke hoeveelheid tekst eroverheen met ook veel effen kleuren, dan zult u willen kiezen voor PNG. Zoals we al zeiden in de paragraaf over verliesgevende versus verliesloze formaten, verliezen verliesgevende formaten zoals JPEG hun kwaliteit wanneer grote ruimtes met effen kleuren worden gebruikt.

Als u een formaat nodig heeft voor afdrukken en uw printer ondersteunt de RGB-kleurruimte, dan gelden grotendeels dezelfde aanbevelingen voor JPG of PNG als hierboven. Voor afdrukken is de vraag tussen JPEG en PNG meestal niet relevant, omdat professionals een hoger kwaliteitsformaat zoals TIFF of PSD gebruiken.

Als je fotoapparatuur nodig hebt, kijk dan wat Amazon aanbiedt: